De plaats waar de eerste honden die in die tijd dit onbewoonde eiland betraden was natuurlijk de kust. Dit is een soort strand vol met lichtgekleurd zand dat door de zon lekker warm aan je poten voelt.
Een klein bospaadje leidt je tot een open veldje waar in het midden een opvallende roodgetinte boom staat te pronken. De rode kleur komt door de appels die in de lente beginnen te groeien.
Aan de andere kant van de kust loopt het zand over in een iets hardere grond, namelijk de duinen. Een windje die met je vacht en staart speelt maakt het aanlokkelijk wanneer het weer door de hitte niet te doen is.